De weg naar een circulaire economie is er één met vele hobbels. Dat ondervindt ook Universiteit Utrecht bij de herontwikkeling van het Van Unnikgebouw. Hoe maak je verantwoorde keuzes op basis van beschikbare materialen? ABT probeert het antwoord te vatten in een formule.
Het ontleden van een vijftig jaar oud gebouw voelt als een ontdekkingsreis. Het Van Unnikgebouw voldoet als geheel niet meer, maar onderdelen kunnen nog van grote waarde zijn. De vraag is vooral: in welke conditie verkeren bouwmaterialen? Hoe aanpasbaar, toepasbaar en of demontabel zijn ze? Bovendien heeft hergebruik gevolgen als het gaat om kosten, duurzaamheid, bouwhistorie en esthetiek.
Circulair bouwen is één van de thema’s in de ambities van Universiteit Utrecht (UU) voor toekomstbestendige gebouwen. Met de afdeling Vastgoed & Campus richt de UU zich ook op functionele, energieopwekkende en gezonde gebouwen. Dit ten dienste van toponderzoek en -onderwijs. De UU stuurt vooral op waarde en waardebehoud. Ook in de samenwerking met projectteampartners. ABT toont haar meerwaarde en helpt Universiteit Utrecht tot een goed onderbouwd plan te komen voor besluitvorming.
Circulariteitsmatrix
Waardebepaling van circulair bouwen is zowel objectief als subjectief. Kosten en wensen zitten namelijk niet standaard op één lijn. Daarom heeft ABT een methode ontwikkeld waarin de potentiële waarde en ambitie leiden tot een circulariteitswaarde, de circulariteitsmatrix. Deze methodiek betekent een nieuwe stap richting meetbaarheid van circulair bouwen. Hergebruik van bestaande materialen en gebouwelementen heeft vele voordelen, maar brengt natuurlijk ook uitdagingen met zich mee. Dat begint bij het inventariseren, controleren en waarderen van de bruikbare onderdelen. Daarna komen thema’s als verantwoordelijkheid en garanties in beeld. Zaken die wezenlijk verschillen van de traditionele bouw.