Onafhankelijk en objectief
Wat behelst een corona-inspectie? Willem Koenen, bouwfysicus: ‘We zetten al onze wetenschappelijke knowhow in, onafhankelijk en objectief. Elke situatie is anders en vraagt steeds om een integrale benadering en beoordeling. We kijken onder meer naar het gebruik, het type installatie en de capaciteit ervan, de luchtstromingsprofielen en de mogelijkheden voor natuurlijke ventilatie.’
Daniëlle, aanvullend: ‘Ons onderzoek begint met deskresearch op basis van de tekeningen van de gebouwen en het ontwerp van de installaties. We verzamelen zoveel mogelijk relevante data. Daaruit kun je al bepaalde risico’s distilleren. Vervolgens gaan we inspecteren.’
Willem: ‘De inspectierondes maken we met de gebouwbeheerder. Het leidt soms tot verrassende bevindingen. We kijken of de ventilatiedebieten kloppen en dan blijkt soms dat installaties slecht werken of gewoon kapot zijn zonder dat men het in de gaten heeft. Ook roosters zitten wel eens dicht of zijn sterk vervuild.’
Groen, oranje, rood
Voor het onderzoek werd in eigen huis een inspectie-app ontwikkeld. Daarmee kan heel gericht worden geïnventariseerd. De data die de app registreert, worden verwerkt in een handzame rapportage met adviezen en verbetervoorstellen per ruimte. Op de plattegronden van de gebouwen geven stoplichtkleuren per ruimte aan wat het besmettingsrisico met corona is. Groen betekent veilig; er zijn geen aanvullende maatregelen nodig. Oranje staat voor een beperkt rest risico dat te verhelpen is met organisatorische maatregelen of kleine technische ingrepen. Rood geeft aan dat er in de bewuste ruimtes substantiële risico’s zijn voor verspreiding. Deze ruimtes moeten niet gebruikt worden tot er maatregelen zijn getroffen.
Daniëlle Dikhoff en Willem Koenen: ‘Wij gaan niet voor dikke rapporten vol cijfertjes, maar voor de praktische aanpak. Dat kunnen organisatorische maatregelen of technische oplossingen zijn. Zoals adviezen over het plegen van extra onderhoud, het opnieuw inregelen van een installatie, het wenselijk maximum aantal mensen in een ruimte of het afsluiten ervan. Facilitair managers moeten er direct mee aan de slag kunnen. Met of zonder corona, een gezond binnenklimaat is altijd belangrijk.
Plekken met veel menselijk verkeer en grote ontmoetingsruimten zijn heikel. Juist daar komt men elkaar tegen. Vooral onderwijsgebouwen zijn risicogevoelig. Bovendien hebben veel trappenhuizen in oude gebouwen geen ventilatie. De lucht blijft er hangen en vormt een risico. Behalve naar regelgeving kijken wij dus vooral naar het werkelijk gebruik van de individuele ruimten. Wat zijn de grootste risico’s en, na eventuele ingrepen, de restrisico’s? Een goede maatstaf is of iemand er een veilig gevoel bij heeft en naar binnen durft.’
Een corona-inspectie, vanaf initiatief tot en met rapportage duurt volgens de twee adviseurs gemiddeld twee weken per gebouw.
Afbeeldingen: voorbeelden van de visualisatie van de inspectieresultaten. In een oogopslag is per ruimte duidelijk waar maatregelen nodig zijn en welke situaties (relatief) veilig zijn.