Wat is het effect van slakkenschaarste?
Nu je dit weet, waarom zou je dan toch de transitie naar hoogovenslak maken? Het antwoord is eenvoudig. De slak is de eenvoudigste methode om de verduurzamingsambitie richting 2030 te starten. Het is evident dat er daarbij schaarste ontstaat die de marktprijs van hoogovenslak opstuwt. Op dit moment concurreert het restproduct hoogovenslak met Portlandcement dat wordt verkocht voor circa € 70,-/ton. In die prijs wordt de milieuschade echter niet meegerekend. Met een CO2-prijs van €30,-/ton in 2021 en €125,-/ton in 2030 zou Portlandcement (dat 0,8 ton CO2 per ton cement uitstoot) nu al 33% duurder zijn en in 2030 150% duurder.
Het is aannemelijk dat hoogovenslak, met de aanstaande CO2-heffingen, die prijs gaat volgen. Wellicht dat door de toenemende behoefte aan duurzaam bouwen de prijs van hoogovenslak op enig moment boven die van Portlandcement uitkomt. De diverse initiatieven om duurzamer te gaan bouwen zijn daar zeker een impuls voor.
Maar door het bindmiddel voor beton duurder te maken wordt het niet ineens duurzamer. Een hogere prijs zorgt er wel voor dat lopende innovaties eerder (financieel) haalbaar worden. Bij een prijs van €200/ton voor bindmiddelen kunnen diverse duurzame initiatieven, waarvan er enkele in het kader van het Betonakkoord benoemd zijn, opschalen. Beton kan uiteindelijk zelfs een ‘zero impact’ bouwmateriaal worden. Prijs doet er dus wel degelijk toe. Deze initiatieven bevinden zich nu nog in een nichemarkt. Als alternatief voor het “goedkope” Portlandcement is het bijna onmogelijk om in een prijsgedreven markt het verschil te maken.
Investeren in innovaties gaat beton duurzamer maken
Tot zover het slechte nieuws. De op termijn hogere prijs van de Portlandcementklinker is de stimulans om nu te innoveren. Zo investeren veel partijen op dit moment energie in het ontwikkelen van alternatieve binders. De kans is groot dat deze circulair geproduceerde bindmiddelen veel specifieker toegepast gaan worden. Samenstelling en productieomstandigheden spelen een belangrijke rol. Voor producten waarin nu al slak wordt gebruikt, bijvoorbeeld straatstenen, kan wellicht als eerste worden overgegaan naar deze nieuwe binders. Productie in een fabriek leent zich hier wat beter voor, omdat er bijvoorbeeld een kortere verwerkingstijd noodzakelijk is en er op hogere temperaturen gewerkt kan worden. De ervaring die we nu opdoen bij de transitie naar slak kunnen we ook gebruiken bij de intrede van andere binders. Of 100% vervanging van Portlandcement haalbaar wordt, is de vraag. Bij sommige constructies, zoals met vorst en zout belaste kades en bruggen, kun je je afvragen of volledige substitutie van cement mogelijk is. Voor die gevallen is het goed dat de cementindustrie nadenkt over het afvangen van CO2.
Is bouwen in beton straks nog betaalbaar?
Ik hoor de lezer nu al denken dat duurder beton ook leidt tot hogere huizenprijzen. Maar dat valt mee. In een moderne, betonnen woning zit ongeveer 50 m3 beton in de wanden, vloeren en fundering. In al dat beton zit circa 15 ton bindmiddel, waardoor een woning in 2030 €1.500 duurder zou uitvallen om 12 ton minder CO2 uit te stoten. Wie wil dat nou niet? De vraag is zelfs of het zo ver komt. Eenmaal opgeschaald tot grote volumes hoeven circulaire alternatieve bindmiddelen niet duurder te zijn dan het huidige Portlandcement.
Conclusie
Mijn conclusie is dat er niet één eenvoudige oplossing is om de CO2-uitstoot van beton wereldwijd te reduceren. De vervanging van nog meer Portlandcement door hoogovenslak draagt daar in eerste instantie niet aan bij. De marktprijsstijging door de toenemende vraag naar duurzamere bindmiddelen én de ervaring die met de transitie wordt opgedaan is wel heel waardevol om verdere innovaties te stimuleren. Met incrementele innovatie kan hoogovenslak voor diverse toepassingen een transitie bindmiddel zijn dat het pad naar ‘zero impact’ beton vereffent!