Niemand is trots op schade aan zijn of haar gebouw. Het kost geld, levert overlast op voor de gebruiker en vraagt extra tijd voor de opdrachtgever (gebouweigenaar). Aan mij als schadeonderzoeker de schone taak om het geld en de overlast te minimaliseren, het werk voor de opdrachtgever uit handen te nemen en om het herstel te benutten voor een verbeterslag. Maar hoe kom je tot herstel?
Verborgen gebreken
Het vinden van de boosdoener kan een echte puzzel zijn. Een aantal jaar geleden werd mij gevraagd om de oorzaak van houtrot in de dakkap van een jaren ‘30 kerk te achterhalen. De opdrachtgever had al ventilatiepijpen in het dak laten aanbrengen, maar zonder resultaat. Opmerkelijk was dat de schade alleen in een zijbeuk van de kerk aanwezig was.
De speurtocht begon boven in de dakgewelven op zolder. Met name de houten gootbodem, geplaatst op de gemetselde spouwmuur, bleek aangetast. Echter, de zinken goot en de onderaansluiting van het dak mankeerden niets. Was er dan sprake van vocht in de spouw?
Op verschillende niveaus eindigden daken en bordessen tegen de 15 meter hoge spouwmuur, maar vochtinfiltratie werd niet vastgesteld. De onderzoeker bevond zich inmiddels op maaiveldniveau, toen opeens waterdamp uit een open stootvoeg ontsnapte. In de kruipruimte werd de veroorzaker aangetroffen: lekkage van een CV-leiding. De kruipruimte leek wel op een Turks bad. Het water in de CV-installatie werd automatisch aangevuld, dus de opdrachtgever werd door de installatie niet gewaarschuwd.
Reparatie van de CV-leiding was snel geklaard. Probleem opgelost. De oplossing van deze schade bewees nogmaals dat schade onderzoek een kwestie is van “diep graven” in de materie en je steeds blijven afvragen of je iets over het hoofd hebt gezien.